Personeel vertrekt vanwege slechte werk-privé balans

Jobhoppen en ‘quiet quitting’ vormen een groeiende uitdaging

Maar liefst drie op de vijf (58%) van de HR-professionals zien dat werknemers steeds vaker vertrekken vanwege een slechte werk-privé balans. Daarnaast vinden twee op de vijf (39%) dat hun organisatie te weinig investeert in het werkgeluk van medewerkers. Dit gebrek aan aandacht voor welzijn vergroot het risico op ontevredenheid, ziekteverzuim en uiteindelijk het vertrek van waardevolle krachten. Dit blijkt uit ons onderzoek onder ruim 500 HR-medewerkers. 

Quiet quitting: een luxeprobleem of een signaal?

Een opvallende ontwikkeling is het fenomeen ‘quiet quitting’: medewerkers beperken hun inzet tot de minimale functie-eisen en nemen afstand van extra taken of betrokkenheid. Dit gedrag kan voortkomen uit hoge werkdruk, een gebrek aan erkenning of een scheve werk-privé verhouding. Toch ziet 52 procent van de HR-professionals dit anders. Zij beschouwen quiet quitting niet als een uiting van onvrede, maar als een luxeprobleem. Het zou duiden op een gebrek aan werkethiek en te veel privileges.

Loyaliteit onder druk door jobhoppen

Naast quiet quitting signaleren HR-professionals dat medewerkers sneller van baan wisselen. Volgens 69 procent is loyaliteit aan één werkgever achterhaald. Werknemers willen zich snel ontwikkelen en maken daarvoor graag carrièrestappen bij verschillende organisaties. Voor HR betekent dit een groeiende uitdaging op het gebied van behoud en binding.

“In de huidige arbeidsmarkt is werkgeluk belangrijker dan ooit om mensen te behouden,” zegt Annemarie Nefkens, HR Director bij Visma YouServe. “Quiet quitting, waarbij medewerkers alleen nog het noodzakelijke doen, wordt vaak gezien als een teken van luiheid of gebrek aan inzet. Maar meestal geeft het juist aan dat er iets niet goed zit, bijvoorbeeld een gebrek aan waardering, motivatie of balans. Het is belangrijk dat niet alleen HR dit serieus neemt, het gesprek aangaat en investeert in wat mensen echt nodig hebben, maar ook de directie. Zo voorkom je uitval, vergroot je de kans dat medewerkers blijven en werk je aan een organisatiecultuur waarin mensen zich willen ontwikkelen.”