Choose language

Schijnzelfstandige met pensioenrecht: hoe zit dat?

Steeds vaker blijkt dat iemand die als zzp’er aan de slag is, juridisch eigenlijk een werknemer is. In zo’n geval gelden met terugwerkende kracht dezelfde rechten, óók op pensioenopbouw. Zelfs als er nooit premie is betaald. Dat principe, bekend als ‘geen premie, wel recht’ - dat specifiek geldt voor pensioenfondsen - roept in het geval van schijnzelfstandigheid vragen op. In deze blog lees je wat hierover nu is vastgelegd, welke zorgen er leven en welke richting de wetgever en pensioenfondsen verkennen.

Schijnzelfstandigheid en pensioen: hoe werkt het nu?

Als iemand als zelfstandige wordt ingehuurd, maar juridisch gezien toch wordt gekwalificeerd als werknemer, gelden vanaf dat moment de bijbehorende rechten en plichten. Daar hoort ook pensioenopbouw bij. Volgens het huidige systeem bouwt iemand dus pensioen op vanaf het begin van het dienstverband, zelfs als er geen pensioenpremie is betaald. De kosten kunnen dan met terugwerkende kracht worden verhaald op de werkgever en eventueel ook de werknemer. Kan dat niet (bijvoorbeeld door verjaring of faillissement), dan betaalt het pensioenfonds de rekening uit het fondscollectief.

Voor pensioenfondsen en werkgevers is dit complex. De bewijslast voor het recht op pensioenopbouw ligt bij de schijnzelfstandige, die moet aantonen dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst. Maar bij veel schijnzelfstandigen speelt die vraag pas jaren later, bijvoorbeeld bij pensionering of arbeidsongeschiktheid. Voor pensioenfondsen betekent dit dat er alsnog claims kunnen komen, zonder dat er premies zijn ontvangen.

Wat zegt het wetsvoorstel Vbar?

Het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) noemt naar schatting 200.000 werkenden die mogelijk als schijnzelfstandige werken. In de toelichting bij het wetsvoorstel wordt erkend dat pensioenfondsen hiermee kunnen worden geconfronteerd en dat het solidariteitsbeginsel – bedoeld voor bescherming van werknemers – onbedoelde gevolgen heeft in dit soort situaties.

Tegelijkertijd wordt benadrukt dat de oorspronkelijke gedachte van ‘geen premie, wel recht’ niet was bedoeld voor mensen die er bewust voor kiezen om als zelfstandige te werken. Zeker wanneer sprake is van een hoog uurtarief en er dus meer financiële ruimte is om zelf pensioen op te bouwen.

Kunnen pensioenfondsen voorwaarden stellen?

Om de risico’s voor het fondscollectief te beperken, onderzoeken pensioenfondsen of zij aanvullende voorwaarden kunnen stellen in hun reglementen. Bijvoorbeeld door uitzonderingsclausules op te nemen waarin ‘geen premie, geen recht’ geldt. Maar volgens de Landsadvocaat is zo’n algemene formulering juridisch kwetsbaar. Alleen als een schijnzelfstandige zich ervan bewust had moeten zijn dat hij zelf voor pensioen moest zorgen – bijvoorbeeld bij een hoog uurtarief of zelfstandig ondernemerschap – zou zo’n bepaling stand kunnen houden.

Sommige fondsen hebben al de voorwaarden aangepast. Maar het is aan de rechter om te beoordelen of deze juridisch houdbaar zijn. Intussen wordt gekeken of de wetgever in toekomstige toelichtingen explicieter kan maken wanneer het ‘geen premie, wel recht’-principe níét opgaat. Bijvoorbeeld wanneer iemand vrijwillig als zelfstandige werkt en daar ook financieel naar wordt beloond.

Waarom is dit nu actueel?

De invoering van het nieuwe pensioenstelsel werpt nieuw licht op bestaande rechten en verplichtingen. Omdat collectieve aanspraken worden omgezet naar individuele potjes, wordt het extra belangrijk om helder te hebben wie precies recht heeft op wat en vanaf wanneer.

Tot nu toe zijn er weinig signalen dat pensioenfondsen op grote schaal claims ontvangen van schijnzelfstandigen. Maar het risico bestaat dat die alsnog komen, bijvoorbeeld bij pensionering. De overheid, sociale partners en de Pensioenfederatie willen daarom tijdig duidelijkheid scheppen.

Voor organisaties die zelfstandig werkenden inhuren is het belangrijk om zich bewust te zijn van deze mogelijke verplichtingen. Een foutieve kwalificatie van de arbeidsrelatie kan naast loondoorbetaling, naheffingen en boetes dus óók pensioenverplichtingen met terugwerkende kracht opleveren.

Voorbereid de pensioentransitie in

Download het whitepaper en ontdek wat je als werkgever moet weten én regelen vóór 1 januari 2028.

Download hier

 

Related blog posts